Thuis

Geschiedenis

Cultuur

Natuur

Dieren

Vervoer

Schelpen
Een schelp is het skelet van een groep weekdieren. De schelp bij de slakken is gewonden. Bij de mosselachtigen bestaat de schelp uit twee helften (kleppen).

Het lichaam van een schelpdier wordt door de mantel omgesloten. Aan de rand van de schelp bevindt zich de mantel. De mantel bestaat uit kalk, dit is een stevig materiaal dat ook in onze botten zit. De kalk voor de opbouw wordt uit zeewater gehaald. Hoe meer kalk er in het zeewater zit, hoe steviger de schelp is. Als de schelp in water is waar weinig kalk in het water zit, dan is de schelp dun.

In de winter groeit de schelp minder dan in de zomer. En daardoor ontstaan er smalle en brede groeibanden. Hieraan kun je zien hoe oud de schelp is. Dus eigenlijk hebben schelpen, net als bomen, jaarringen.

Schelpdieren die langs de kust leven, hebben een zwaar bestaan. Ze voeren een voortdurend gevecht tegen de golfslag en de branding.

Als het water zich bij eb terugtrekt, graven de diertjes zich in het zand in en sluiten ze hun schelp. Op die manier drogen ze niet uit. Maar sommige zijn niet vlug genoeg en vallen ten prooi aan zeevogels. Deze pikken het diertje uit de schelp, die leeg achterblijft.
 
Maak een kijkkaart! Maak een rekenkaart!