Thuis

Geschiedenis

Cultuur

Natuur

Dieren

Vervoer

Zeehonden
Er komen in de wereld zo’n 30 verschillende soorten zeehonden voor. Elke soort ziet er iets anders uit en leeft ook een beetje anders. Bij ons in de Waddenzee leven twee soorten zeehonden; de grijze en de gewone zeehond.

Zeehonden zijn perfect aangepast aan het leven in zee. Dankzij hun gestroomlijnde lijf kunnen ze hard zwemmen. Hun dikke speklaag en speciale vacht vormen in de winter een goede bescherming tegen de kou. Met hun gevoelige snorharen speuren ze naar de onder het zand verstopte platvissen. Voor het eten van die vis hebben ze vlijmscherpe tanden.

Gewone zeehond Grijze zeehond
De zeehond leeft op het land en in het water. Daarom voelt hij zich in het waddengebied lekker op zijn gemak. De Waddenzee is tenslotte land en water tegelijk. Bij hoogwater vangt hij vis, garnalen en krabben. Bij laagwater ligt hij op de drooggevallen zandbanken. Zeehonden hebben zandbanken nodig om uit te rusten, te zonnen als het even kan, om jongen te krijgen en om hun kinderen te zogen.

Het opvangen van zeehonden is begonnen in de jaren ’50 toen het heel slecht ging met deze dieren. Er werd op ze gejaagd en ze werden ziek door de vervuiling in zee. De opvang was bedoeld om de zeehond te helpen, door zieke en verzwakte dieren weer beter en sterk te maken. Tegenwoordig gaat het zo goed met de zeehond dat ze het zelf wel redden, zelfs als er een ziekte uitbreekt. Toch worden zieke of jonge verlaten zeehonden nog opgevangen, maar nu is het om het dier zelf te helpen en niet meer omdat de zeehond anders uit zou sterven. In Ecomare (opvangcentrum op Texel) verblijven zo’n 20 zeehonden die om verschillende redenen niet meer worden vrijgelaten in de Waddenzee, bijvoorbeeld hele oude of blinde zeehonden.

 
Maak een doekaart! Maak een ikkaart!