Thuis

Geschiedenis

Cultuur

Natuur

Dieren

Vervoer

Vogels

In het waddengebied leven veel vogelsoorten. Bijvoorbeeld de Jan van Gent, de Nachtegaal, de Zeekoet, de Kluut, de Wulp, de Tureluur, de Steltloper, de Scholekster, de Lepelaar en de Kanoetstrandloper. Ook leven er veel soorten meeuwen. De Kokmeeuw, de Zilvermeeuw en de Stormmeeuw zijn de soorten die het meest voorkomen. Ook wonen er verschillende soorten eenden. De bekendste zijn de Eidereend, de Bergeend en de Wilde eend.

Jan van Gent Lepelaar Zilvermeeuw Eidereend
De snavel bepaalt welk voedsel de vogel eet. Een lange snavel is geschikt om diep mee in de grond te boren. Met een beitelvormige snavel kunnen vogels goed mosselen openen en vogels als de Steenloper hebben een stevige puntsnavel die gebruikt wordt om voorwerpen mee om te keren en de eronder verborgen prooi te vangen.

Zeevogels die besmeurd zijn met olie kunnen niet meer duiken of drijven. Door de olie klitten de veren aan elkaar. Het water kan dan tot op de huid doordringen. Meestal raakt zo’n vogel dan ook onderkoeld. Niet alleen olie van de schepen of booreilanden vormen een probleem. Er komen soms ook vogels binnen die besmeurd zijn met een soort lijm. Dit is van tankers die hun schip hebben schoongemaakt met agressieve middelen en dit in zee gooien!

Het wassen gebeurt in een speciale vogelwasmachine. De vogel wordt in een trommel vastgezet, met gespreide vleugels en zijn kop eruit. Uit ronddraaiende sproeikoppen worden water en zeep door de veren gespoeld. Het blijkt dat met deze techniek de vogels schoner worden en minder stress hebben dan wanneer zij handmatig worden gewassen.
Maak een muziekkaart! Maak een natuurkaart!